Benoeming AMATEUR VAN HET JAAR 2003

Considerans, uitgesproken door prof.ir. K.H.J. Robers, PAØKLS,
tijdens de Dag voor de Radioamateur te Apeldoorn op 9 oktober 2004

Mijnheer de voorzitter, dames en heren,

Als lid van het bestuur van de Stichting Wetenschappelijk Radiofonds Veder heeft het hoofdbestuur mij uitgenodigd de benoeming van de Amateur van het Jaar 2003 bij u in te leiden. Dat zal ik met veel genoegen doen. Dat is des temeer omdat de activiteiten die aanleiding gaven tot de benoeming van deze persoon tot Amateur van het Jaar mij zeer na aan het hart liggen. Want ja, hoe gaat dat, een mens is meer dan zendamateur alleen. In de loop der jaren bouw je allerlei connecties, functies en ambities op, die je eigenlijk voortdurend vergezellen. Vanuit deze achtergronden bekijk je de dingen die om je heen gebeuren. Daarom heb je ook voortdurend verschillende petten op en dat is wel eens onduidelijk voor anderen. En juist vandaag gaat het om die verschillende petten. Om het voor u wat te verduidelijken heb ik er een aantal meegenomen. Ik zal ze even voor u onthullen.

In het komende verhaal zult u merken dat ik zo af en toe vanuit een andere richting praat. Maar nee, ik ga niet steeds de petten op en af zetten, dat zou een te merkwaardig stukje toneel opleveren. Maar als u goed luistert en goed kijkt kunt u het zelf wel uitmaken.

De naam VERON staat voor Vereniging voor Experimenteel Radio Onderzoek in Nederland. Deze naam staat hoog in ons vaandel en dat is ook goed. Het is ook de reden dat wij bij het Wetenschappelijk Radiofonds Veder de VERON een warm hart toedragen, want Onderzoek is Wetenschap. Nou ja, in elk geval leidt onderzoek tot wetenschap. Lang niet alle zendamateurs weten dat zij met onderzoek bezig zijn, laat staan dat zij weten dat zij wetenschap bedrijven.

De meeste mensen denken dat wetenschap beperkt is tot wat er aan de universiteiten gebeurt. Maar wetenschap kent vele vormen. Wij kennen natuurlijk de fundamentele wetenschap. Men onderzoekt zich daar het heen en weer met als doel bijvoorbeeld om te weten te komen hoe de materie is opgebouwd. Of opgebouwd zou kunnen zijn, want steeds weer blijkt het toch een beetje anders dan men zich het had voorgesteld. Het einddoel is dat je hoopt te weten hoe het zit, en daarmee uit. Of liever nog, dat het reden geeft tot nieuw onderzoek.

Een belangrijk gereedschap in het bereiken van dit einddoel is het met elkaar overleggen wat je gevonden hebt of over je gedachtenspinsels. Daarvoor zijn er wetenschappelijke tijdschriften waarin onderzoekers publiceren, dat wil zeggen aan anderen laten weten wat zij hebben ontdekt. Dingen geheim houden is in de wetenschap "not done". Vaak gaat het er ook om, om anderen te overtuigen van jouw denkbeelden. Sommigen zijn daarin heel zwart-wit. Zij kennen slechts twee meningen, de hunne en de verkeerde. Maar hoe het ook zij, je ideeën delen met anderen, waar ook ter wereld, is in de wetenschap heel belangrijk. En kijk, wij zien dat ook in het zendamateurisme. Niks geheim houden van schema's en goede resultaten. Hoe meer mensen het nabouwen, hoe leuker het is.

Al vele jaren zie je dat de manier van publiceren verschuift van gedrukt papier naar naar elektronisch, op het Internet. Alle universiteiten hebben dat ook en in alle geledingen wordt daar druk gebruik van gemaakt, niet in het minst door de studenten. De uitgevers van de klassieke tijdschriften zijn daar helemaal niet blij mee, want zij vrezen een scherpe daling van hun inkomsten. Blijkbaar zijn zij hun hoofdtaak vergeten: communicatie van onderzoeksresultaten.

Naast de fundamentele wetenschap is er de toegepaste wetenschap. Dat is wat wij in Delft doen. Daarbij dient het onderzoek niet het verkrijgen van wetenschap "an sich", maar is de verkregen wetenschap een startpunt om nieuwe producten en nieuwe technologieën te ontwikkelen. Nu is de "drive" om alles zo snel mogelijk aan anderen te laten weten een heel stuk minder. Op de eenvoudige vraag: "Hoe maakt u het?" kun je dan ook als antwoord krijgen: "Ik mag u dat niet vertellen, want het productieproces is geheim en dat willen wij nog graag een tijdje zo houden". Maar ooit lekt het toch uit en er is een uitweg gevonden in de vorm van een octrooi of patent. Daarmee maak je wel openbaar hoe je het maakt, maar wie dat na wil doen om er geld mee te verdienen moet betalen. Dat is ook de reden dat mijn collega's van het Nat.Lab. die publiceren in de vorm van octrooien veel meer gewaardeerd worden dan zij die publiceren in wetenschappelijke tijdschriften, om van het Internet maar helemaal te zwijgen.

Naast het doen van onderzoek hebben wij in Delft als taak het geven van onderwijs aan studenten. Dit is een voortdurende bron van zorg, een soort spagaat waar veel over wordt gesproken. Om het onderscheid duidelijk uit te laten komen spreekt men dan over onderzoek en onderwijs. Zo hoopt men dat het onderscheid duidelijk blijft. Eigenlijk is men wel jaloers op mijn collega's bij het Nat.Lab., die zich geheel aan het onderzoek kunnen wijden.

En dan nu het experimenteel onderzoek in het algemeen en het experimenteel radio-onderzoek in het bijzonder. Hoe wetenschappelijk is dat? Wie niet verder kijkt dan zijn neus lang is meent dat wat wij doen er niets mee te maken heeft. "Het is gewoon een hobby, een beetje prutsen, wat verbindinkjes maken en daarmee uit." Maar dat is veel te kort door de bocht. Alleen wie dit op zijn dooie eentje doet en zorgvuldig zijn ervaringen geheim houdt, ja voor hèm blijft het daarbij. Maar dat is helemaal niet leuk. Het wordt pas leuk als je je resultaten deelt met anderen, als je van anderen hoort wat zij ervaren hebben, als je daarover met hen van gedachten kunt wisselen, als je daardoor een andere kijk krijgt op wat jij ervaren hebt. En ziet, het begint ineens allerlei kenmerken van wetenschap te krijgen.

Zo'n uitwisseling van ervaringen is dus essentieel. En dat hoeft helemaal niet zo hoogdravend te zijn. Het aan den lijve ondervinden hoe de banden zich gedragen onder verschillende omstandigheden is een ervaring die je nooit meer vergeet. Je zou kunnen tegenwerpen dat je dit ook in een boekje kunt lezen, maar dat is niet waar. Wat je in de boeken vindt is onder welke omstandigheden welke frequentieband een 100% verbinding mogelijk maakt. Maar wij zijn juist geïnteresseerd wanneer je er nog een verbinding "op het randje" kunt maken. Dat is een erg wisselende zaak. Soms gaat dat maar één keer per jaar. Het gaat ons dan ook niet om de inhoud, maar om het proces; niet om het resultaat, maar om het doen. Wij hebben onze banden om er te spelen, niet om ze nuttig te gebruiken; om er onderzoek te doen en niet om ze te exploiteren. Zo is dat; en alleen onder deze voorwaarden kunnen wij het behoud van onze banden claimen. Wij hebben ze om te spelen.

De VERON als vereniging brengt de zendamateurs bijeen om hun ervaringen uit te wisselen. Dat is zó regionaal in de afdelingsbijeenkomsten en dat is zó landelijk, vandaag op de Dag voor het RadioAmateurisme, met Pinksteren op het pinksterkamp en elke maand in het verenigingsorgaan Electron. In dit blad publiceren de onderzoekers over de experimenten die zij gedaan hebben, zodat anderen hierop kunnen voortbouwen. Dat is een belangrijke taak van de VERON, een taak die in de naam vervat is. Daarom is het ook belangrijk om lid te zijn van een vereniging die dit in zijn vaandel draagt. De VERON faciliteert het onderzoek, en dat is leuk.

Maar er is meer. De VERON doet ook aan onderwijs ..... eh, onderwijs. Weliswaar niet in grote collegezalen met honderden studenten, maar wel in kleine klasjes in de afdelingen. Daar vertellen wij, puttend uit onze grenzeloze ervaring, over hoe wij denken dat de wereld in elkaar zit: de wereld van de elektronica, van de radiotechniek en van de propagatie van elektromagnetische golven. Ondertussen is dit een heel zeldzaam en specialistisch soort kennis geworden, een soort kennis waarop wij min of meer het alleenrecht hebben verworven. Weet u nog wel dat daar vroeger op de MTS, de HTS, de TH, later de Technische Universiteit, zorgvuldig omheen gelopen werd? Zendereindtrappen, voedingslijnen, praktische antennes, het leek allemaal wel besmet. Maar wie moet dat tegenwoordig dan ontwerpen, in deze tijd van GSM, DECT, WIFI en wireless-LAN? Het komt neer op de schaarse zendamateurs, die wij opleiden.

De zendamateurs in de VERON doen dus aan onderzoek en onderwijs. Het lijkt wel op een universiteit. Het grote verschil is dat wij het alléén doen op het gebied van radio. Dat maakt het een stuk minder universeel, dus toch geen universiteit. Maar wel wetenschappelijk. De VERON zou daar over best eens wat hoger van de toren mogen blazen.

Een lastig dilemma voor de VERON is dat het ledenaantal afneemt. Nou zijn er tijden geweest dat het ledenaantal erg veel lager was dan nu, maar toch. Hoe zou de VERON duidelijk kunnen maken wat haar meerwaarde is voor zendamateurs? Om die meerwaarde duidelijk te maken, moet je die eerst weten. Maar om dat te weten is er eerst een veel fundamentelere, misschien wel wetenschappelijker vraag te beantwoorden: Wat is er leuk aan het radiozendamateurisme? U allen hier in de zaal weet dat het leuk is, anders zat u hier niet. Maar wat is het nou dat daar zo leuk aan is?

Als we dàt zouden weten, zou het kweken van belangstelling bij bijvoorbeeld de jeugd om zendamateur te worden een stuk gemakkelijker zijn. Je weet dan immers waar je de nadruk op moet leggen en wat je weg kunt laten. Met een koptelefoon op, met je rug naar het publiek toe achter een tafel gaan zitten met alleen belangstelling voor de onverstaanbare geluiden uit het zwarte doosje ..... dat is het vast niet. Dat verbergt wat er leuk aan is. Maar wat is het dan wel? Ik denk dat een goed antwoord op deze vraag de VERON een stuk verder helpt. Ik wil aan het vinden daarvan mijn medewerking wel geven. Het wetenschappelijke ervan vind ik aantrekkelijk, maar de toepassing van die verworven kennis is nog veel aantrekkelijker.

Als het eenmaal zo ver is zal er wel weer uitgebreid over gediscussieerd worden. Er zullen wel weer ongedempte trillingen verschijnen en daar weer trillingen tegenin. U weet hoe dat gaat ..... in de VERON. Maar dat is juist goed. Het is de wetenschappelijke manier van werken. Laat het den ander weten! Electron ís daar juist voor. Het is niet voor niets dat er zo'n rubriek is. U leest dat toch wel hè? Nee, niet alleen die trillingen, maar ook de andere dingen. Dit blad is de ruggengraat van de VERON. En het is uitstekend leesbaar. Ja, er staan dingen in die u nog niet wist, maar daarom juist staan ze er in! Ja, het lezen van deze artikelen is inspannender dan het lezen van de krant. Maar je leert er van. Je leert nieuwe technieken, nieuwe ervaringen, nieuwe kennis. Onderwijs houdt niet op bij de uitgang van de school, bij het behalen van het eindexamen. Of moet ik zeggen: "zendexamen"? De VERON houdt ons up-to-date met de inhoud van Electron.

In de afgelopen jaren is het blad sterk vernieuwd. Dat ging soms een beetje met vallen en opstaan, maar ook de nieuwe redactie moest leren. Ook voor haar was er nog onderwijs in de VERON. Maar bezien wij nu Electron, dan zien wij een modern blad, een blad dat zich kan meten met andere bladen. Door strakke tekeningen en schema's, in een eigen stijl, door kleur op plaatsen waar dat bijdraagt, wijst het ons de weg door haar inhoud heen. Technische artikelen wijzen ons op de nieuwste ontwikkelingen, het hoofdbestuur praat ons weer helemaal bij, het Traffic nieuws en de VHF-rubriek registreren het gedrag van de propagatie. O, onderschat de wetenschappeijke waarde van deze laatste rubrieken niet. In de bijna 50 jaar Electron die we gehad hebben ligt daarin een schat aan informatie over het gedrag van de propagatie van golven. Het wachten is slechts op iemand die dat een keer uitwerkt en er op promoveert. Want dat is het waard, dubbel en dwars. Nou, als dat geen wetenschap is?

Het elke maand weer samenstellen van zo'n blad begint enorm veel op werken te lijken. Maar het is het niet. Electron wordt samengesteld door amateurs, in hun vrije tijd. Zo ontstaat de ruggengraat van de VERON. Een hoofdredacteur neemt daarin een belangrijke plaats in. Hij moet maar zien hoe hij de redactieleden op één lijn krijgt, zonder dat hij ze dingen kan laten doen waar ze geen zin in hebben. Het is immers geen werk? Hij zette de lijn uit naar de huidige vorm van het blad Electron, het wetenschappelijk visitekaartje van de VERON, de Vereniging voor Experimenteel RadioOnderzoek in Nedeland.

Dames en heren, het verheugt het bestuur van de Stichting Wetenschappelijk Radiofonds Veder dat het Hoofdbestuur van de VERON iemand heeft voorgedragen als Amateur van het jaar 2003, die een leidende rol heeft gehad om Electron, het blad van de VERON een nieuwe vorm te geven, die meer recht doet aan de inhoud en daarmee de communicatie van ideeën bevordert. Het Stichtingsbestuur heeft deze voordracht gaarne overgenomen.

Dan wil ik nu graag het woord geven aan de voorzitter van het Wetenschappelijk Radiofonds Veder, mevrouw Françoise Olthof-Kosters. Zij zal U gaan onthullen wie de Amateur van het jaar 2003 wordt.

Amateur van het jaar 2003 is Gerrit Jan Huijsman, PAØGJH uit Zoetermeer

Foto van PA0GJH