Beloning de heer T.W.H. Fockens
Considerans, uitgesproken door prof.ir. K.H.J. Robers,
op de afdelingsbijeenkomst van de VERON te Neede op 25 maart 2003
Mijnheer de voorzitter, dames en heren,
In zijn vergadering van 31 januari 2003 heeft het bestuur van het
Wetenschappelijk Radio Fonds Veder besloten een beloning toe te kennen aan ir.
T.W.H. Fockens voor de enthousiaste wijze waarop hij een bijdrage heeft geleverd
aan het in beeld brengen van de te verwachten storing van "Power Line
Communication".
Het internet is niet meer weg te denken uit de huidige maatschappij. Alle
bedrijven in ons land en een zeer belangrijk deel van de particuliere woningen
heeft daarop op één of andere manier een aansluiting. Elke dag
halen miljoenen nederlanders hun elektronische post op, versturen nieuwe
berichten of surfen over het World Wide Web. Internetproviders zorgen voor de
verbinding met het internet. Via deze knooppunten van het Web krijgen de
gebruikers hun toegang.
De verbinding van de gebruiker met de internetprovider kan op geheel
verschillende manieren tot stand worden gebracht. In veel gevallen gaat dit nog
met een modem over het gewone telefoonnet. De telefoon om te praten kan dan niet
gebruikt worden zolang de modem met de internetprovider communiceert. Iets
moderner is al de ISDN verbinding, een digitale telefoon, waarbij er in feite
per aansluiting twee telefoon-gesprekken tegelijk gevoerd kunnen worden. Maar
nog steeds is er alléén verbinding en moet er betaald worden,
zolang er "ingebeld" wordt.
Wezenlijk anders is de situatie bij een aansluiting via ADSL en via de
televisie-kabel. Hierbij is de verbinding er in feite continu. Dit maakt het
mogelijk om automatisch je e-mails te ontvangen direct nadat zij verstuurd zijn.
De verbinding met het internet via de kabel kost de gebruiker meestal een vast
bedrag per maand. Dit genereert extra inkomsten voor de kabel-exploitant, boven
op de inkomsten voor de distributie van signalen voor radio en TV. Het reeds
aanwezige kabelnet wordt dus eigenlijk dubbel gebruikt. Door het gebruik van
andere frequenties dan die in gebruik zijn voor de distributie van Radio en TV
kunnen de twee communicatiesystemen naast elkaar gebruik maken van dezelfde
kabels.
Het lijkt er op dat de honger naar internetvebindingen onstilbaar is. Daarom
proberen de elektriciteitsbedrijven of zij niet óók van deze extra
inkomsten kunnen genereren uit hun reeds bestaand net, het elektriciteitsnet.
Het zou toch heel aardig zijn wanneer je je internetmodem alleen maar op het
stopcontact hoefde aan te sluiten en dat dan tegelijk met de 50 hertz
wisselspanning van 230 volt de verbinding met het internet tot stand kwam. In
principe kan dat heel goed door wisselspanningen met hogere frequenties te
gebruiken en die op de polen van het stopcontact te zetten. Ook nu weer kan de
internet-communicatie ongestoord dwars door de energievoorziening heen plaats
vinden. Dit systeem heeft intussen de naam "Power Line Communication"
meegekregen.
Internet via de televisiekabel en via de energiekabel lijken op elkaar. In
beide gevallen worden frequenties toegepast die in de aether in gebruik zijn in
het gebied dat korte-golf heet. Daardoor is er een gevaar. Wanneer straling uit
de kabel naar de aether lekt veroorzaakt dat storing in de ontvangst op de
korte-golf. Deze lek treedt eigenlijk altijd wel op, maar de mate waarin is
afhankelijk van in hoeverre het kabelnet hoogfrequent-dicht is. Bij de radio en
TV-kabel is dat behoorlijk goed te verwezenlijken, omdat de hier gebruikte
coaxiale kabel van nature afgeschermd is. Om geen last te hebben van storing in
met name de TV-ontvangst moet deze afscherming toch al aan vrij hoge eisen
voldoen. De storing in de aether door signalen vanuit de kabel is daardoor
gering.
Hoe anders is deze situatie bij de "Power Line". De draden van de elektrische
installatie in huis liggen los in plastic buizen. Het netwerk is heel wild
aangelegd met aftakkingen alle richtingen op. Schakelaars schakelen enkelpolig
hele stukken af, waardoor het resterende stuk keurig als antenne kan gaan staan
stralen. Storing op de korte-golf is dus te verwachten. Gebruikers van deze
korte-golf vrezen hevige storing wanneer deze "Power Line Communication" om zich
heen grijpt. Onder andere zendamateurs zijn gebruikers van deze korte-golf. Zij
proberen nou juist de zwakste signalen te ontvangen om daarmee met
uitzendvermogens kleiner dan dat van een schemerlamp verbindingen te maken over
de hele wereld. Sterke storing zou voor hen funest zijn.
Gelukkig is het niet zo dat iedereen maar mag doen en laten wat hij wil. Dat is
al helemaal niet zo als dit het verkeer in de aether aangaat. Apparatuur moet
aan bepaalde regels voldoen voordat zij wordt toegelaten. Zo is de uitstraling
naar de aether een onderdeel van het CE-keur. Daarom moet "Power Line
Communicatie" voldoen aan bepaalde eisen. Zo'n eis is dat zij het verkeer op de
korte-golf niet mag storen. Probleem is dat niemand weet hoe sterk deze storing
in de praktijk zal zijn. In het overleg over PLC tussen de instantie, die het
aethergebruik in Nederland regelt en de elektriciteitsbedrijven bleek dat er
nauwelijk gevoel was van hoe dit zou uitpakken. Gelukkig zijn zendamateurs als
belanghebbenden betrokken bij dit overleg.
Eén van deze zendamateurs is Koos Fockens, onder vrienden bekend als
PAØKDF, de internationale identificatiecode van deze zendamateur. In de
kerstvakantie pakte hij de uitdaging aan om de interactie tussen zijn
elektrische installatie thuis met de aether rondom zijn huis eens in kaart te
brengen. Dat was nog geeneens zo gemakkelijk, want het ontbrak geheel aan
internationaal overeengekomen meetmethoden voor dit toch wel erg ongedefinieerde
probleem. Omdat "iets" beter was dan "niets" deed hij maar eens enige voor de
hand liggende aannames en mat de ontvangst op de antennes bij zijn huis van
signalen die hij op verschillende wijze op een stopcontact in zijn huis
injecteerde. Natuurlijk geldt dit alleen voor zijn antenne en zijn huis. Maar
toch, daaruit kun je een idee krijgen van de storing die je zult ondervinden van
PLC-signalen als die een bepaalde frequentie en een bepaalde sterkte hebben.
Deze informatie is van onschatbare waarde gebleken in het overleg met de
energiebedrijven.
Maar dat is niet alles. Want Koos schreef precies òp wat hij gedaan had.
Nauwkeurig is vastgelegd op welke manier de stoorsignalen werden gemeten en op
welke manier de storende spanning op het stopcontact werd aangeboden. Daardoor
is het mogelijk precies dezelfde metingen later opnieuw te verrichten op een
andere locatie, waarbij je er zeker van kunt zijn dat het allacute;én de
locatie is die anders is. Daardoor kun je door meer van dit soort metingen te
doen te weten komen hoe erg het in het gunstigste en in het ongunstigste geval
zal zijn. Een probleem dat zeer ongrijpbaar was, is ineens hanteerbaar geworden.
Het is zeer verheugend te mogen constateren dat uit de wereld der
radiozendamateurs deze praktische maar toch ook weer heel wetenschappelijke
aanpak van problemen naar voren is gekomen.
Het doet het bestuur van het Wetenschappelijk Radiofonds Veder dan ook groot
genoegen om Koos Fockens dit jaar een beloning toe te kennen voor zijn
enthousiaste werk. Hij heeft blijk gegeven de juiste mentaliteit te bezitten om
op pragmatische wijze inzicht te verkrijgen in een lastig probleem en dit op een
wetenschappelijke wijze vast te leggen, zodat de resultaten reproduceerbaar
worden en vergeleken kunnen worden met toekomstige resultaten.
Ik wil dan nu graag het woord geven aan mevrouw Françoise Olthof-Kosters.
Als voorzitter van het Wetenschappelijk Radiofonds Veder zal zij de prijs aan
Koos uitreiken.
|