Benoeming AMATEUR VAN HET JAAR 1993

Considerans, uitgesproken door ir. D.W. Rollema, PAØSE,
tijdens de Dag voor de Amateur te Amsterdam op 22 oktober 1994.

Mijnheer de voorzitter, dames en heren,

Het radiozend- en ontvangamateurisme kent vele schakeringen. De ene amateur bepaalt zich tot een praatje met een mede-amateur in de directe omgeving via een portofoon vanuit de huiskamer; rechtstreeks of via een relaisstation. De ander zoekt het ver weg en hij maakt verbinding met een amateur in Australië of Nieuw-Zeeland. Weer een ander jaagt op nieuwe radiolanden en hij roept uren lang naar het station van die DX-peditie op een kale rots in Antarctica. Nog een ander verzamelt certificaten; die er zijn in alle soorten en maten. En dan zijn er de zelfbouwers, altijd weer bezig met een nieuw project; zij voelen zich het gelukkigst in een walm van soldeertin en maken alleen verbindingen om te controleren of die nieuwe zender of ontvanger het doet. Om vervolgens weer aan een nieuw apparaat te beginnen.

En dan zijn er de computerfreaks, waarbij het er wel eens op lijkt dat die de radio alleen maar gebruiken als verbindingsmiddel om computerprogramma's te ontvangen of te verzenden.

De ene amateur hanteert graag de seinsleutel, de ander de microfoon, een derde het toetsenbord. En niet te vergeten de televisie-amateurs; zij praten niet alleen tegen elkaar maar ze zien elkaar ook.

Al deze activiteiten - ik heb er beslist nog een paar niet genoemd - spelen zich binnenshuis af: in de shack, zoals amateurs hun radiohol plegen te noemen.

Maar amateurradio wordt ook buiten bedreven. Er zijn amateurs die bij het uitlaten van de hond hun portofoon meenemen en zo het nuttige met het voor hen aangename verenigen. En hoeveel amateurs hebben niet een zenderontvanger in de auto; een bezit waarvan de glorie met de komst van de autotelefoon overigens wel wat is verbleekt.

Een populaire amateuractiviteit in de open lucht is de jaarlijkse velddag, die reeds jaren voor de Tweede Wereldoorlog werd gehouden. Onafhankelijk van het lichtnet en ver verwijderd van stoorbronnen, waarmee de amateur in de stad in steeds toenemende mate wordt geconfronteerd, worden vanuit tent of kampeerwagen radioverbindingen over de gehele wereld gemaakt.

De facetten van het radio-amateurisme die ik in kort bestek - en zonder volledigheid na te streven - voor u heb geschilderd, betroffen radiozendamateurs. Maar er is van oudsher een tak van radio-amateurisme in de open lucht die voor iedereen open staat: de radiovossejacht.

De eerste twee vossejachten in ons land welke in de amateurbladen worden vermeld vonden gelijktijdig plaats en wel op 20 juli 1930 in de omgeving van Eindhoven respectievelijk het Westen van ons land; de laatste met als startpunt de Boschbrug te Den Haag. De Haagse vos had zich geïnstalleerd achter de watertoren te Katwijk. Er werd in de tachtigmeterband uitgezonden met alleen telegrafie en de seinsleutel moest dan ook uren lang zonder onderbreking worden gehanteerd. De jagers die het vossehol bereikten werden dan ook onmiddellijk aan de sleutel gezet. Regelmatig werden codewoorden geseind die de jagers moesten noteren. Kennis van het morse-alfabet werd in die dagen als vanzelfsprekend beschouwd. Van de zeven groepen jagers die waren gestart bereikten er vier de vos en hun dorstige kelen werden aldaar gelaafd met thee door mevrouw Brouwer, echtgenote van de vos, PAØBZ, de eerste gelicenseerde zendamateur in ons land.

Vossejagen was voor de Tweede Wereldoorlog zeer populair en aan de jachten werd vaak door vele tientallen jagers deelgenomen.

Na de oorlog wordt de draad weer opgepakt en in 1947 start een landelijke competitie, de zogenoemde bekerjachten. Daarbij mag uitsluitend te voet worden gejaagd. Om het wat moeilijker te maken is het vanaf 1948 bij een bekerjacht niet voldoende om de vos te vinden maar moet ook de positie van een bakenzender in kaart worden gebracht.

Bij deze jachten werkten de vos en het baken in de tachtigmeterband. Reeds voor de oorlog werden er ook jachten georganiseerd waarbij de vos op vijf meter uitzond. Met name een groep uit Eindhoven maakte zich daarbij verdienstelijk. Na de oorlog worden experimentele vossejachten georganiseerd waarbij de vos in de tien- of de tweemeterband werkt, maar het blijft bij incidentele gevallen. Eerst in de jaren zestig breekt het vossejagen op twee meter goed door en raakt de tachtigmeterband voor dit doel op de achtergrond.

Naast landelijke jachten wordt er ook in internationaal verband aan vossejagen gedaan. Bij deze ARDF, Amateur Radio Direction Finding, wordt een reglement gehanteerd dat is opgesteld door de IARU, de International Amateur Radio Union. Bij zo'n ARDF-jacht gaat het heel wat minder gemoedelijk toe dan bij een traditionele jacht. Binnen een zo kort mogelijke tijd moet een aantal vossen worden opgespoord. Dat betekent hard lopen en een goede lichamelijke conditie is dan ook voorwaarde voor succes.

De ARDF-jachten werden aanvankelijk vrijwel uitsluitend in de voormalige Oostbloklanden gehouden en de deelnemers zagen er uit als atleten en waren dat ook. Thans worden er ook buiten het voormalige Oostblok ARDF-jachten georganiseerd.

Ook in Nederland. En de man die zich daarvoor sterk heeft gemaakt is de Amateur van het Jaar 1993. Als voorzitter van de vossejachtcommissie van de VERON wekte hij de vossejagerij op 2 meter en 80 meter na een wat kwijnend bestaan opnieuw tot leven en brengt daarbij een duidelijke scheiding aan tussen de traditionele vossejachten en die volgens het ARDF-reglement. Om de ARDF te promoten heeft hij een compleet wedstrijdsysteem geconstrueerd voor zowel jachten op 2 als op 80 meter. Een hoop werk: het hield in het maken van zes tweemeterzenders en zes tachtigmeterzenders. Alle twaalf voorzien van automatische roepnaamgevers en timers. De apparatuur dient in het vrije veld onder alle omstandigheden te blijven werken bij voeding uit accu's. De erbij passende antennes, die vooral compact dienen te zijn, werden ook door hem gemaakt. Het systeem is inmiddels eigendom van de VERON en wordt in den lande regelmatig gebruikt.

Onze man brengt de vossejachtrubriek terug in Electron; hij bouwt internationale contacten op en stimuleert de deelname aan de wereldkampioenschappen. Om tot een selectie van deelnemers te komen organiseerde het vossejachtteam, samen met een afdeling van de VERON, de Nederlandse kampioenschappen.

Ook op het VERON-Pinksterkamp is onze man actief. Sedert drie jaar is de organisatie van alle traditionele en ARDF-vossejachtactiviteiten op het Pinksterkamp in handen van het team rondom onze Amateur van het Jaar. Daarbij ondervindt hij veel steun van zijn echtgenote Karin, die vaak leuke ideeën voor de jachten aandraagt.

Zelf hanteert hij ook graag de peilontvanger en hij doet dat met veel succes. De fraaiste wedstrijd liep hij een paar jaar geleden te Arnhem. Dat was in een periode dat de wedstrijden op 2 en 80 meter nog tegelijkertijd werden gehouden. Als experiment deed hij mee aan beide wedstrijden, waarbij de peilontvangers voor 80 meter en 2 meter op de draagbuis van de tweemeterantenne waren bevestigd. Hij bereikte twee eerste plaatsen en werd dus dubbel kampioen van Nederland.

Geachte toehoorders; het zal u hopelijk duidelijk zijn geworden dat vossejagend Nederland aan de Amateur van het Jaar 1993 zeer veel heeft te danken.

Zijn naam zal thans bekend worden gemaakt door de achterkleindochter van de oprichter van het Wetenschappelijk Radiofonds Veder. Een aantal jaren heb ik haar mogen aankondigen als mevrouw Françoise Kosters. Het doet mij veel genoegen thans het woord te mogen geven aan mevrouw Françoise Olthof-Kosters.

Ik dank u voor uw aandacht.

Amateur van het Jaar 1993 is Ewout de Ruiter, PAØOKA uit Groningen.