Benoeming AMATEUR VAN HET JAAR 2004

Considerans, uitgesproken door prof.ir. K.H.J. Robers, PAØKLS,
tijdens de Dag voor de Radioamateur te Apeldoorn op 22 oktober 2005

Mijnheer de voorzitter, dames en heren,

Als lid van het bestuur van de Stichting Wetenschappelijk Radiofonds Veder past het mij op dit moment om eerst de VERON van harte geluk te wensen met haar 60e verjaardag. Voor een vereniging is dat al weer een hele leeftijd. Gelukkig is het reilen en zeilen van de VERON in de afgelopen 60 jaar goed gedocumenteerd in het verenigingsblad Electron. Daaruit blijkt hoe belangrijk zo'n blad is. Het is dus ook niet voor niets dat vorig jaar hier een Amateur van het Jaar benoemd werd, die jaren lang een heel belangrijke bijdrage leverde aan het samenstellen en verschijnen van Electron.

Een historische gebeurtenis als deze is altijd weer aanleiding even in de geschiedenis terug te bladeren. Het Wetenschappelijk Radiofonds Veder, opgericht op 4 augustus 1927 was achttien jaar, dus nèt volwassen, toen de VERON werd opgericht. Vanuit dat standpunt bezien is de VERON dus nog een broekie. De bestuurderen van het Vederfonds hebben het opgroeien van de VERON van het begin af kunnen aanschouwen. Bij verenigingen gaat dat er niet zoveel anders aan toe dan bij mensen. Vooral de begin-jaren zijn vaak een hachelijke zaak, bij de VERON was dat al niet anders. Maar geleidelijk komt zo'n vereniging in rustiger vaarwater.

Het is opmerkelijk om te zien dat op het moment dat de VERON ook juist 18 jaar was, nèt volwassen dus, dat het besluit viel om jaarlijks één amateur in het zonnetje te zetten en hem te benoemen als Amateur van het Jaar. Dit gebeurde voor het eerst in 1963 en deze Amateur van het Jaar 1962 was Piet van den Berg, PAØVB, op dat moment al jaren Contestmanager van de VERON.

Hoe komt een besluit voor zoiets nieuws nou tot stand? In de notulen van de vergadering van het bestuur van het WERA-fonds van 24 januari 1962 lezen wij:
Bij de rondvraag brengt Prof. Jonker naar voren, dat hij zich heeft bezig gehouden met de gedachte, wat door het Werafonds zou kunnen worden gedaan ten behoeve van de amateurs, speciaal voor de echte zendamateurs, die voortdurend bezig zijn om verbindingen tot stand te brengen. Spreker oppert de geachte of deze lieden niet zouden kunnen worden gesteund of aangemoedigd door het beschikbaar stellen van een wisselbeker, die door een nader te bepalen commissie aan de amateur met de fraaiste prestaties zou moeten worden toegekend.
De heer Frederikse (dat was PAØFP) merkt op, dat de VERON al eens een dergelijke beker heeft uitgeloofd, maar dat deze - drie maal achtereen door dezelfde amateur gewonnen zijnde - definitief in het bezit van deze amateur is overgegaan.
Prof. Huydts vraagt of het WERA fonds dan niet een nieuwe beker aan de VERON ter beschikking zou kunnen stellen.
Dhr Frederikse oordeelt dit een goede gedachte, die, als zij wordt overgenomen, door hem of prof. De Waard (PAØZX) met de algemeen Voorzitter van de VERON nader zou kunnen worden besproken.
Prof. De Waard ondersteunt de gedachte en vult die aan met het voorstel om met de beker een certificaat uit te reiken, waarin dan zou moeten worden vastgelegd op grond van welke prestaties hij als "de Amateur van het Jaar" is aangewezen.
Alle bestuursleden aanvaarden de gedachte en worden het eens over het daartoe te bestemmen bedrag van 500 gulden en de voorwaarde dat de beker vijf keer in totaal of drie maal achtereen door de zelfde amateur zal dienen te worden gewonnen om definitief in diens bezit over te gaan. De heren Frederikse en De Waard zullen met de algemeen voorzitter van de VERON contact opnemen.

In de notulen van 30 januari 1963 staat dat de VERON positief heeft gereageerd. Maar er dient wel heel duidelijk op de beker te staan dat de wisselbeker is aangeboden door het WERA-fonds. In dat jaar, op 16 November 1963 heeft toen de heer Rinia, directeur van het Natuurkundig Laboratorium van de N.V. Philips, alsmede bestuurslid van het Veder-fonds, voor de eerste keer de beker uitgereikt, zoals gezegd aan PAØVB. Dit lezen we dan weer in Electron van Januari 1964.

Sindsdien is dat bijna ieder jaar gebeurd, met uitzondering van het jaar 1984. Toen is er door schuiven met de datum van de Dag voor de Amateur, van het najaar naar het voorjaar en later weer terug naar het najaar, in 1984 geen Dag voor de Amateur geweest en is er dus ook geen Amateur van het Jaar benoemd. De oorspronkelijke wisselbeker uit 1963 is nog steeds in gebruik. Hierop staan de namen van de 42 Amateurs van het Jaar en daarmee begint hij wat vol te raken. De lettertjes van de graveur worden ook steeds kleiner.
Het is opmerkelijk dat vele van de namen op de beker behoren bij radiozendamateurs die nog steeds een belangrijke rol spelen in de VERON. Maar ook als je leest in oudere jaargangen van Electron kom je steeds weer dezelfde namen tegen die je ook nu nog regelmatig tegen komt. Toch worden zij elk jaar weer een jaartje ouder...... Ja, het zendamateurisme vergrijst, het is al vaker gezegd.


Vorig weekend was het weer zover. In de amateur-aether was het erg druk en er klonken allemaal jonge stemmetjes. De Jamboree On The Air was weer losgebarsten. Scoutinggroepen over de hele wereld nodigden zendamateurs uit om in het scouting-onderkomen of tentenkamp te komen, hun apparatuur mee te nemen, samen met hen antennes op te richten, groter, hoger en dus mooier dan menig zendamateur zich thuis kan veroorloven, om verbindingen met andere scoutinggroepen op te zetten. Ons land mag zich verheugen in een massale deelname aan dit evenement van zo'n 250 scouting-groepen, een deelname die ver uitsteekt boven die in de ons omringende landen.

Tijdens de JOTA is het toegestaan dat de scouts via de radioverbinding praten met andere scouts. De zendamateur is er slechts om de verbinding op te zetten en af te sluiten. In het begin gaat dat nog erg formeel en moet de jeugd erg wennen aan die enge microfoon, de procedures, rare afkortingen en het spellingsalfabet. Maar allengs gaat het soepeler en hoeft de zendamateur steeds minder te doen. Ja, als je jong bent leer je snel, ook al staat het zweet in je handen en gieren de zenuwen door je keel. In de nachtelijke uren, als de luisteraars van het Agentschap Telecom lekker op één oor liggen, hoor je op diverse frequenties scout-naar-scout verbindingen, waar geen zendamateur meer aan te pas komt. Vaak gaat dit professioneel goed en leren ze elkaar hoe het moet. Ik weet niet hoe dat met U is, maar als ik dat hoor lopen mij de rillingen van genot over de rug.

Een niet onbelangrijk deel van de huidige jongere radiozendamateurs zijn voor het eerst in contact gekomen met de hobby via de JOTA. Iedere keer horen wij wel weer dat er scouts zijn die er meer van willen weten, en dat is een kans. De JOTA brengt het zendamateurisme naar de jeugd. Maar wat misschien nog wel belangrijker is: het gebeurt op een leeftijd, waarop deze tieners er het meest gevoelig voor zijn.

Helaas is het niet te bewijzen en er is voor zover ik weet ook nooit onderzoek naar gedaan. Wel heb ik een niet te onderdrukken gevoel dat er een leeftijd is van jongens en meisjes, waarop bepaald wordt wat zij later gaan doen. Mijn gevoel zegt mij tevens dat deze leeftijd rond het veertiende levensjaar ligt. Het heeft er alles van weg dat, tot dat moment alles dat "langs komt" en dat je kunt bevatten, ook nog te vervolgen is. Maar rond die leeftijd wordt het aanbod snel groter en kun je geen aandacht meer geven aan nieuwe dingen die bij je langs komen. In het huidige managers-jargon heet het dan dat "het venster dicht is".

Ik weet nog goed dat ik elf jaar was, nog net geen twaalf en dat ik ter gelegenheid van het behalen van mijn toelatingsexamen voor de HBS van mijn vader een bouwdoos van een kristalontvanger kreeg. Amroh Electronica in Prakijk heette dat. Velen onder u zullen het kennen, ja inderdaad, met een 402-spoel. Het heeft mijn leven drastisch gewijzigd. Eigenlijk werd het op dat moment vastgelegd. Daarom ook sta ik nu hier en spreek tot U.

En hoe was het met U? Hoe oud was U toen het radiovirus toesloeg? Ik wed dat het bij de overgrote meerderheid van U ligt tussen 8 en 14 jaar. Als de VERON weer eens een enquète gaat houden zouden we die vraag eens moeten meenemen. Ik denk niet dat wij verbaasd zullen zijn over de uitslag.

En waarom zou dat nu ineens zoveel anders zijn? Natuurlijk, nog steeds wordt er op die leeftijd bepaald hoe je interessen zich zullen ontwikkelen. Kijk dus wat er in die periode bij de jeugd langs komt en je weet wat er met hen gaat gebeuren. Tegenwoordig is dat veel TV en veel spelletjes op de computer. Helaas bestaan dingen als Amroh-bouwdoosjes, de Maxwell Pupil, de Philips Pionier en de roemruchte EE-dozen met zijn haarspeldveren en ton-veren niet meer. De elektronica van vandaag de dag is bar ingewikkeld geworden.

JOTA brengt de jeugd nog in aanraking met onze hobby. Daarnaast is er een handje vol amateurs, die het heft in eigen hand nemen en iets doen voor de jongeren om ze te laten ervaren dat er meer voor hen is in de wereld dan de TV en de PC. Zij realiseren zich maar al te goed dat kant en klare apparatuur het laatste is waar je naar moet grijpen. Want de eenvoudige elektronica bestaat nog steeds en werkt nog steeds, gelukkig.

Waarom zou je dan niet met de jeugd weer beginnen bij het begin? Wat is er fascinerender dan te ervaren dat er muziek komt uit een radio die bestaat uit drie keer niks? Wat is er verwonderlijker dan stemmen te horen uit een stuk pyriet, een koptelefoon en een stuk koperdraad in de lucht? En wat geeft er nou meer voldoening dan het ontvangen van meer dan honderd radiostations op zo'n eenvoudige radio? Nee, het gaat er helemaal niet om dat de digitale tuner thuis ze één voor één keurig keramisch gefilterd en ge-AVC-d voor je oplepelt. Geen kunst. Het zou een schande zijn als dat niet zo was. Tot je verbazing moet je dan constateren dat zo'n heel ingewikkeld stuk hypermoderne elektronica het vaak veel minder goed doet dan je zou mogen verwachten.

Jongeren kunnen daar veel langer mee bezig zijn dan wij aannemen. Eén keer zo'n ding bouwen is lang niet genoeg. Het kan altijd gaver, vetter, mini-er of wreder, en zo doen ze dat ook. Dit is experimenteel radio onderzoek van het zuiverste water. Experimenteren zit hen nog in het bloed en het is goed om dat aan te moedigen. Het onderwerp passieve radio is nog lang niet uitgekauwd en zeker niet voor wie daar net aan begonnen is. Het heeft op zo'n moment geen enkele zin om te verklappen wat het beste schema is of wat de beste bouwwijze is. Dat willen ze helemaal niet weten. Ze willen dat zelf ontdekken door het te doen. Nog steeds is het zo dat verrassingen mogelijk zijn, net als in de tijd van Anton Veder.

Kun je hier dan altijd mee bezig blijven? zult u zich afvragen. Jazeker, dat kan. Niet met steeds dezelfde jongeren natuurlijk. Ook zij worden ieder jaar een jaartje ouder en daarmee willen ze verder. Nadat zij veertien zijn geworden willen ze ook weten HOE het werkt en WAAROM, of waarom niet. Dan is het tijd voor een cursus, begeleiding daarbij en het zendexamen. Er is geen enkele reden te verzinnen waarom dat te moeilijk voor hen zou zijn. Wie jong is leert snel en gemakkelijk. Als je nog op school zit en dan zo even tussendoor een examen haalt, dat wordt afgenomen door het ministerie, waarvoor je van school een dag vrij krijgt, zelfs in de proefwerkweek, heeft iets gepresteerd om trots op te zijn, iets waardoor je duidelijk uit steekt boven je klasgenoten. Intussen zijn er dan al weer twee nieuwe groepen jongeren aan de kristalontvangers begonnen.

Wie dit op zijn schouders neemt doet iets wezenlijks voor onze maatschappij, want hij vormt soms stuurloze kinderen tot zelfbewuste jongeren met een duidelijk doel in hun leven. Hij doet iets wezenlijks voor het Nederlandse zendamateurisme, want hij brengt jonge tieners in aanraking daarmee en voert ze tot een punt waarop ze er zelfstandig mee verder kunnen. Bovendien doet hij iets wezenlijks voor zichzelf, want wat is er mooier dan je eigen bevlogenheid en enthousiasme over te brengen op een nieuw opgroeiende generatie. Daarin leef je zelf voort.


Dames en heren, het verheugt het bestuur van de Stichting Wetenschappelijk Radiofonds Veder dat het Hoofdbestuur van de VERON iemand heeft voorgedragen als Amateur van het jaar 2004, die het zelf bouwen en experimenteren hoog in het vaandel heeft staan, daarbij een sterke behoefte heeft om de jeugd op indringende wijze te betrekken bij de radiohobby en daarmee menig jong mens infecteert met de bacil die radioamateurisme heet. Met deze bacil was ook de oprichter van het Fonds, Anton Veder hevig besmet. Het Stichtingsbestuur heeft deze voordracht dan ook gaarne overgenomen.

Dan wil ik nu graag het woord geven aan de voorzitter van het Wetenschappelijk Radiofonds Veder, mevrouw Françoise Olthof-Kosters. Zij zal U gaan onthullen wie de Amateur van het Jaar 2004 wordt.

Amateur van het jaar 2004 is Geert Paulides, PA7ZEE uit Amstelveen

Foto van PA7ZEE

Ja mijnheer, dit kunt U ook
Geert Paulides toont en vertelt over zijn zelfgebouwde radio's.