Benoeming AMATEUR VAN HET JAAR 2008
Considerans, uitgesproken door prof.ir. K.H.J. Robers,
PAØKLS, tijdens de Dag voor de Radioamateur te Apeldoorn op
31 oktober 2009
Mijnheer de voorzitter, dames en heren,
De bekendmaking en benoeming van de Radioamateur van het jaar is voor velen iets
waar naar uitgekeken wordt. Tijdens de considerans komt in menig hoofd de naam
van deze en gene medeamateur op, met het idee: "die gaat het worden". In vele
gevallen moet dat idee even later weer worden bijgesteld. Dat is zoals dat jaren
geleden door "Old Man" Leo van der Toolen, PAØNP, is begonnen, een traditie
die ik ieder jaar probeer een beetje voort te zetten. Want dat is leuk.
Als wij kijken door de inmiddels lange rij van 45 amateurs van het jaar tot nu
toe, dan zien wij dat zij hiertoe vaak zijn benoemd om geheel verschillende
redenen. Natuurlijk zijn er de amateurs die op het gebied van de radiotechniek
hun sporen verdiend hebben. Het zijn degenen waaraan de oprichter van het
Wetenschappelijk Radiofonds ongetwijfeld het meest gedacht heeft toen hij het
fonds oprichtte. Anton Veder was gebiologeerd door de nieuwe techniek van radio,
die tijdens zijn leven zo plotseling ontstond. Dat is toch wel verwonderlijk,
omdat hij van beroep bankier was, toch wel een heel ander vak.
Maar wij zien gelukkig vaker dat mensen niet star bij hun stiel blijven. De
laatste jaren is er een toenemende tendens waarneembaar waarin de elektronica
van de radio verschuift in de richting van software. De antenne blijft
natuurlijk wel, maar al heel snel worden de daarmee ontvangen signalen in het
digitale domein gebracht, waarna rekenen in software het leeuwendeel van de
processen uitvoert, die bij het bouwen van een ontvanger het lastigst zijn. De
selectiviteit wordt niet meer bereikt door LC-kringen of kristalfilters, maar
door rekenkundige trucs die hetzelfde, of zelfs een veel beter resultaat
bereiken. Door de gigantische verhoging in de snelheid van digitale rekenaars,
computers dus, is dat intussen mogelijk geworden.
Die enorme verhoging van de rekensnelheid van microprocessoren heb ik niet
zien aankomen. Dat was natuurlijk wel te voorzien. De zogenaamde Wet van Moore
leert ons dat er elke anderhalf jaar twee keer zoveel mogelijk is op een enkele
chip. Dat komt enerzijds doordat er steeds grotere chips gemaakt kunnen worden,
maar anderzijds doordat de structuren op de chip, de transistoren en andere
componenten steeds kleiner worden. Kleinere transistoren betekent lagere
parasitaire capaciteiten, dus hogere afsnijfrequenties. Kleinere afmetingen
betekenen ook kortere bedrading op de chip en dus kleinere looptijden van de
signalen. Het steeds kleiner maken van de componenten op de chip betekent dus op
twee fronten een verhoging van de mogelijke snelheid.
En dat gaat hard. Een transistor met de helft van de afmetingen heeft een
oppervlak van een kwart, en dus een capaciteit van een kwart en kan dus in
principe op een vier maal zo hoge frequentie werken. Daarom was het mogelijk dat
de kloksnelheid van een microprocessor in eerste instantie niet boven een paar
megahertz uitkwam, maar nu in de tientallen gigahertzen ligt. En dat proces gaat
nog steeds verder, hoe vreemd dat ook is.
Dat heeft allerlei merkwaardige implicaties. Waar wij een jaar of tien geleden
er nog niet over konden denken om middenfrequentfilters door rekenen in een PC
uit te voeren, kwam dat op een zeker moment zomaar binnen bereik. Wij zagen dus
dat onze radiozendamateurs het beginstuk van hun ontvanger nog in hardware
bouwden, maar dat na de mixer, eh.... de mengtrap, neem mij niet kwalijk Leo
PAØNP, het middenfrequentsignaal gedigitaliseerd wordt en het vervolg in
software geschiedt. De PC heeft daartoe een soundblaster beschikbaar, waarmee
een stukje frequentieband met een breedte van 40 kHz gedigitaliseerd kan worden.
De amateur kan nu uit dat stukje een signaal beluisteren met een bandbreedte en
modulatiesoort die beide door zijn software, dus flexibel, bepaald worden.
En de snelheid van de PC werd hoger. Daardoor konden er meer signalen tegelijk
beluisterd worden. Wie dan een beetje handig is met het Internet kan anderen via
dat internet toegang verschaffen tot zijn PC. Ieder voor zich kan zijn eigen
signaal kiezen uit dat bandje van 40 kHz. Nederlandse zendamateurs dóen
dit soort merkwaardige experimenten.
Door in plaats van de soundblaster een veel snellere omzetter van analoog naar
digitaal toe te passen, kan een veel bredere frequentieband dan die armzalige 40
kHz bestreken worden. Dat is speciaal erg interessant bij het moonbouncen. Op
dit gebied zagen wij het afgelopen jaar de activiteit van radiozendamateurs bij
de grote 25-meter parabool in Dwingeloo duidelijk toenemen. Door deze koppeling
met het internet kon men dat vanuit thuis mee beluisteren. Dat zal de interesse
voor moonbounce doen toenemen en dat is een goede zaak.
Het Wetenschappelijk Radiofonds Veder heeft deze activiteit in Dwingeloo
natuurlijk ook gezien. Speciaal het feit dat er hier door een vrij grote groep
amateurs een gezamenlijk project is aangepakt heeft de waardering sterk doen
stijgen. Eendracht maakt macht. Dat was dan ook de reden dat begin 2009 het
Vederfonds een officiële beloning heeft toegekend aan achttien mensen uit
de kerngroep van Camras. Zij hebben met z'n allen iets op hun nek genomen dat
een enkeling nooit voor elkaar krijgt en dat iets belangrijks toevoegt aan de
maatschappij in het algemeen en de amateurgemeenschap in het bijzonder.
En zo zijn we vanuit de radiotechniek in een heel ander domein terecht gekomen.
Want samen sta je sterk. Dat geldt overal. Dat is de reden dat er een VERON is.
Samen in een vereniging wordt je gezien als gesprekspartner door de buitenwereld.
Als vereniging wordt je serieus genomen door de overheid, kun je praten met de
Radio Contrôle Dienst, met de HDTP, met Agentschap Telecom en natuurlijk
via de IARU met de ITU en wat er verder nog aan internationale
belangengemeenschappen zijn.
De VERON heeft vanaf zijn oprichting een bijzondere structuur. Bijna alle, ook
grote, verenigingen hebben een Bestuur en Leden. Zoals wij weten is dat in de
VERON anders geregeld. Tussen het Bestuur, hier heet dat het Hoofdbestuur, en de
Leden zitten er de Afdelingen. Dat heeft als voordeel dat het Hoofdbestuur nooit
hoeft te vergaderen met zijn duizenden leden, maar het betekent ook dat er in
elke afdeling een afdelingsbestuur is. Het is voor een afdeling voorwaar niet
gemakkelijk om steeds weer leden voor hun afdelingsbestuur te vinden. Heel af en
toe moet er ook wel eens een afdeling worden opgeheven omdat iedereen het
verdomt om een beetje van zijn of haar vrije tijd te besteden aan de
plaatselijke vereniging. Dat is heel jammer, want daardoor wordt de vereniging
ondermijnd, terwijl die juist zo belangrijk is voor het reilen en zeilen van het
zendamateurisme.
Maar gelukkig zijn er ook afdelingen die goed floreren. Kijken wij naar dit
soort afdelingen, dan blijkt in vele gevallen dat de gemeenschappelijke taken
worden gedragen door een beperkt aantal personen. Vaak zijn die er bij betrokken
geraakt omdat ze de gedachte kregen: "Ach, iemand moet het doen, dus waarom zou
ik dat niet eens een jaartje doen." Al doende blijkt dan dat het minder tijd in
beslag neemt dan je dacht en dat het in bepaalde opzichten ook wel leuk is. Zo
blijven mensen dit veel langer doen dan ze aanvankelijk van plan waren.
Het zijn ook altijd dezelfde mensen die dit soort klusjes opknappen. Wie eenmaal
de verantwoordelijkheid op zich heeft genomen de plaatselijke afdeling vooruit
te helpen, blijft dat ook doen. Hoe vaak zagen wij niet dat vroegere leden uit
het afdelingsbestuur jaren later, wanneer in de behoefte aan nieuwe
bestuursleden niet zo gemakkelijk vervuld kon worden, zich opnieuw daarvoor
beschikbaar stelden. Zij kunnen het niet over hun hart verkrijgen dat de
continuïteit van hun club echt gevaar loopt en stappen opnieuw in het bestuur,
mèt al hun ervaring.
Jaarlijks is er de verenigingsraad, afgekort de VR. Het hoofdbestuur vergadert
daar met de afgevaardigden uit de afdelingen, meestal zijn dat de leden van het
afdelings-bestuur. Je ziet daar ieder jaar weer dezelfde mensen, de mensen die
zich inzetten voor de vereniging. Nee, natuurlijk doen zij het niet met tegenzin,
dat zou er nog bij moeten komen, maar het is toch wel iets anders dan achter de
set of de soldeerbout zitten.
Zo zijn er meer zaken die er in afdelingen gedaan worden en die veelal op de
schouders van één persoon rusten. Sommige afdelingen houden er een
eigen blad op na. Dat is natuurlijk ook leuk, het is veel persoonlijker dan
Electron, het blad van de landelijke vereniging. Het is natuurlijk leuk
om zo in je eigen blad veel meer aandacht te kunnen besteden aan de plaatselijke
activiteiten. Iemand die daartoe het initiatief genomen heeft zit daar vaak
jaren aan vast. Maar ja, als je het leuk vindt, alle andere leden van de
afdeling nemen het in dankbaarheid aan.
Het is algemeen bekend dat als je iemand ergens voor zoekt, kijk dan naar
diegenen die al erg veel doen. Zij kunnen er best nog wat bij doen. Want niet
alleen plaatselijk, maar ook landelijk in de VERON zijn er dingen te doen
waarvoor er vrijwilligers nodig zijn, terwijl die vrijwilligheid nadat je er
eenmaal ingestapt bent veel meer verplichtingen oplegt, al was het alleen al om
de continuïteit niet in gevaar te brengen. Ik denk dan in dit geval aan
zaken als PI4AA en de organisatie van het pinksterkamp. Stap je daar eenmaal in,
dan verwacht de amateurgemeenschap dat je dat jaar na jaar voortzet.
Nou maken vele handen licht werk. Sommige radiozendamateurs hebben het geluk
daarbij een helpende hand van heel dichtbij te krijgen. Sommige XYL's voelen
zich plotseling geroepen om de opgepakte taken van hun OM met raad en daad te
ondersteunen. Dat zij daarbij besmet worden met het radiovirus is dan niet zo
verwonderlijk. Een eigen call, een eigen QSL, is dan niet zo ongewoon. Ook Anton
Veder vond het nodig dat niet alleen zijn vrouw, maar ook zijn dochter morse
moest leren. Zo rond 1920 moet hij dat beschouwd hebben als de taal en het
schrift van de toekomst. Zo ook hier, man en vrouw, die samen de hete kolen uit
het verenigingsvuur halen.
En natuurlijk, op een zeker moment krijg je dan wel een Gouden Speld om je inzet
te eren, maar dat reflecteert maar ten dele de bijdrage die geleverd werd en
wordt, aan het radiozendamateurisme in Nederland. Want mensen die zo veel doen
voor het algemeen belang en dat keer op keer opnieuw oppakken, mogen wel eens
wat beter in het zonnetje gezet worden.
Dames en heren, het verheugt het bestuur van de Stichting Wetenschappelijk
Radiofonds Veder dat het Hoofdbestuur van de VERON een echtpaar
radiozendamateurs heeft voorgedragen als Amateur van het jaar 2008. Samen hebben
zij laten zien dat zij het wel en wee van de vereniging, zowel lokaal als
landelijk, niet aan zijn lot over kunnen laten. Dit zijn de mensen waar een
vereniging het van moet hebben. Zolang zij er zijn zal de VERON floreren. Het
Stichtingsbestuur heeft deze voordracht gaarne overgenomen.
Dan wil ik nu graag het woord geven aan de voorzitter van het Wetenschappelijk
Radiofonds Veder, mevrouw Françoise Olthof-Kosters. Zij zal U gaan
onthullen wie de titel Radioamateur van het Jaar 2008 gaan dragen.
Mevr. F. Olthof-Kosters voorzitter van het Vederfonds:
Meneer de voorzitter dames en heren,
Als de bladeren vallen, de temperatuur daalt en de dagen korter worden, wordt
ieder jaar door de VERON de Dag voor de Amateur georganiseerd. Al sinds 1963 mag
het Wetenschappelijk Radiofonds Veder op voorspraak van de VERON een amateur in
de schijnwerpers zetten door het benoemen van de Amateur van het Jaar.
Amateur van het jaar worden is niet zomaar iets. Het is een uitzonderlijk
eervolle zaak. Wie zo'n benoeming krijgt heeft daarvoor naar het oordeel van de
Veron en het Wetenschappelijke Radiofonds Veder belangrijk werk verricht.
Het Vederfonds is in 1927 opgericht door mijn overgrootvader Anton Veder.
Dezelfde Anton Veder was daarvóór gedurende 10 jaar voorzitter van de NVVR, de
Nederlandsche Vereeniging Voor Radiotelegrafie. De NVVR is later opgegaan in de
Veron. Uit die verbondenheid is het idee ontstaan om jaarlijks een Amateur van
het Jaar te benoemen.
Voordat ik over ga tot bekendmaking van de Amateur van het Jaar 2008 wil ik U
graag vertellen: Wat is het Vederfonds eigenlijk en waar staat het voor?
"Het jongste, meest omvattende verkeersmiddel dat de mensheid samenbindt." Zo
werd de radiotelegrafie in het begin van 1900 omschreven. Met deze gedachte
heeft Anton Veder in 1927 het Vederfonds opgericht. Hij wilde graag mensen
steunen en stimuleren die zich voor deze wetenschap inzetten. Tot op heden is
daar niets aan veranderd.
In 1929, een jaar na het overlijden van de heer Anton Veder , reikt het
Vederfonds haar eerste wetenschappelijke prijs uit. Deze eerste prijs werd
uitgereikt door zijn toen 19 jarige dochter Mevrouw van Hoboken-Veder. Zij nam
overeenkomstig de statuten de voorzittershamer over en zou gedurende 50 jaar
voorzitter van het Vederfonds blijven. Gedurende deze periode heeft zij een zeer
belangrijke bijdrage geleverd aan wat het Vederfonds nu is.
Het bestuur bestaat momenteel uit 10 personen. Alle vroegere en zittende
bestuursleden, buiten de voorzitter en secretaris, bekleden door het hele land
functies op nederlandse universiteiten en/of hebben een functie bij één van de
grotere ondernemingen die zich met de ontwikkeling op het gebied van de
radio-telephonie, radio-telegrafie en radio-televisie en aanverwante
wetenschappen bezighouden. Door de samenstelling van ons bestuur komen wij
vrijwel met alle nieuwe ontwikkelingen in aanraking.
Zojuist heeft Klaas Robers al heel wat verteld over de Amateur van het Jaar.
Dan is nu de eer aan mij om de Amateur van het Jaar 2008 bekend te maken.
Amateur van het jaar 2008 zijn geworden:
De heer A.G. Sportel, PA3BJV en mevrouw H. Sportel - Janssen,
PA3EKW
Ik verzoek de heer en mevrouw Sportel naar voren te komen.
Amateur van het jaar 2008: Hilde en Koos Sportel, PA3EKW en PA3BJV

en een stukje in de Weekendkrant van Amersfoort

|